Fiji, van Savusavu naar Beqa
Savusavu tot Nabouwalu
We zijn weer in Savusavu, het kleine dorpje op Vanua Levu in Fiji. Hier in de veilige diepe baai liggen altijd veel zeilboten en het is er erg gezellig. Tijdens de reis van de Marshall Eilanden naar Fiji hebben we besloten het volgende orkaanseizoen, van november tot mei, in Fiji te blijven en hier, bij Waitui Marina reserveren we een orkaanveilige mooring.
Samen met Pete van de boot "French Kiss" gaat Hans een paar keer duiken en met al die zeilers om ons heen genieten we bijzonder en voelen ons als het ware thuis. Maar er moet natuurlijk ook gewerkt worden want er zitten nog steeds rotte huiddoorvoeren in Happy's romp en die moeten vervangen worden. We plannen om met vijf tussenstops in ongeveer drie weken naar Port Denarau te varen om daar het water uit te gaan.
Het is volkomen windstil als we op onze eerste ankerplek aankomen en de groene baai zonder zichtbaar dorpje is in een volmaakte rust gedompeld. We blijven een dagje, gaan niet van boord en genieten van de rust. Met een gunstig windje in de rug varen we de volgende dag door naar Nabouwalu. Ergens lazen we dat we een stukje van de pier af moeten ankeren omdat er elke dag een veerboot langskomt, maar er is niet veel ruimte. De volgend dag rond tien uur zien we de pont in de verte komen en wachten met spanning af of hij wel goed om ons heen kan komen, we zijn klaar om de motor te starten. Gelukkig draait hij netjes om ons heen en, zoals overal in Fiji zwaaien de mensen op de boot enthousiast naar ons kleine zeilbootje.
We hebben ons Mini Monster al opgeblazen en zodra de pont is aangemeerd gaan we ook aan wal. Rondom de pier is het een drukte van jewelste en in het dorp treffen we twee kleine supermarktjes aan. Enkele dagen geleden is een groep Amerikaanse jongeren aangekomen die druk zijn op de school van Nabouwalu. Als we er gaan kijken zien we volop aktiviteit, er wordt geschilderd en één lokaal ligt helemaal vol met boeken waarvoor ze verderop een kast aan het bouwen zijn. Op het sportveld worden allerlei spelletjes georganiseerd. Het is leuk om te zien hoe mensen elkaar helpen. Wij laten er een slideshow zien van onze reis en geven een opblaasbare wereldbol weg die met veel enthousiasme wordt bekeken.
We wandelen verder door het dorp en komen Lute en haar man tegen. Ze lunchen voor hun huis en we raken aan de praat. Ze nodigen ons uit om zondag de kerkdienst bij te wonen. De klokken luiden als we die zondag richting de kerk lopen. Opgedoft zitten we in de grote kerk te wachten tot de dienst begint. Het duurt eindeloos en er komen nog steeds mensen binnen. Zelfs als de dienst is begonnen lopen veel mensen in en uit en nadat we er twee uur hebben gezeten stellen Lute en haar man voor om maar te vertrekken, want de dienst gaat nog uren duren. We zijn blij verlost te zijn van de houten banken en de eindeloze teksten in het Fijiaans. Maar het zingen was prachtig, meerstemmige samenzang zo mooi, dat hoor je in een saaie Nederlandse kerk echt nooit.
Nabouwalu naar Vuda Point
Als de wind gunstig is besluiten we het Bligh Water over te steken naar Viti Levu, het zuidelijke eiland van Fiji. We komen aan in Nananu Bay, een prachtige baai waar we al eerder zijn geweest, een veilige ankerplek maar aan land gaan is niet makkelijk. De volgende dag is de wind goed genoeg om verder te gaan. We lichten het anker, varen de hele dag door en laten aan het eind van de middag het anker weer vallen in een klein baaitje bij Vatia Point. De baai is omringd door mangroves met daarboven glooiende groene heuvels en enkele huizen. 's Avonds zitten we op het dek en drinken een biertje. Het is hier werkelijk doodstil en de sterrenhemel is indrukwekkend. We verzinnen welke vrienden we graag een paar dagen hier naar toe zouden willen halen om dit te beleven. We zouden graag de magie van Harrie Potter hebben om dat te realiseren.
De volgende ochtend varen we met ons Mini Monster rond de baai en zoeken naar een doorgang in de mangroves om aan land te gaan. Na wat zoeken vinden we een klein kanaaltje in de dicht begroeide oever en kunnen we veilig landen en aan wal gaan.
Bij het eerste huis ontmoeten we Alitia en haar man Ralulu. Alitia is hoog zwanger van haar derde kind. Ze wonen hier pas acht maanden en verbouwen hun eigen voedsel. Ze leven voornamelijk van wat de natuur hen geeft. Er wonen nog vier andere families in de buurt en het dichtsbijzijnde dorp is meer dan een uur lopen. Ze gebruiken een paard om iedere dag hun zoon naar school te brengen. Omdat het eb wordt en we nog met onze dinghy terug moeten varen blijven we kort maar we beloven morgen weer terug te komen. Dat doen we dan ook en dan blijkt dat Alitia speciaal voor ons een feestmaaltijd aan het bereiden is want het is voor het eerst in acht maanden dat zij gasten hebben. We voelen ons zeer vereerd en we zijn blij dat we hen ook wat spullen kunnen geven die we eerder in de Marshall Eilanden hebben gekocht. De maaltijd bestaat uit casave, een aardappelachtige wortel die als brood wordt gegeten, tarotbladeren gekookt in cocosmelk, dat op spinazie lijkt, krab en vis. Verder eet men hier natuurlijk veel cocosnoten, papaya en bananen.
Op een eilandje vlakbij lopen geiten rond waarvan men er voor een bijzondere gelegenheid één slacht. Als kadootje krijgen we een levende krab, casave en papaya mee voor aan boord. Als we later de krab koken, horen we het arme dier bewegen in de pan. We griezelen er allebei van en besluiten dit nooit meer te doen. Het vlees van de krab smaakt goed maar vanwege ons onhandige gestuntel met de poten en het harde pantser eten we er maar weinig van.
Uit het water
Na een paar dagen in deze prachtige baai is het tijd om naar Vuda Point te gaan en ons te melden bij de douane in Lautoka waar we ook de markt bezoeken en uitgebreid boodschappen doen. Daarna gaan we naar Port Denarau waar we Happy op de wal gaan zetten. We vragen bij de administratie nogmaals na over de kosten. “Nee, alles is inclusief.” “Ook met de stands?”, vragen we nogmaals. “Ja, ook met de stands” wordt ons verzekerd. “Dus, daar hoeven we niet extra voor te betalen?” “Ja natuurlijk moet je daar apart voor betalen.” Zucht, zo wordt de prijs voor op de wal staan opeens twee keer zo hoog. We bellen naar Vuda Point en maken daar een afspraak om Happy uit het water te tillen.
Tien dagen lang is het hard werken in allerlei onmogelijke houdingen en we voelen al onze spieren en onze ruggen doen pijn. Maar alles wat we gepland hadden lukt bijzonder goed. De huiddoorvoeren gaan er goed uit en nu glimmen de nieuwe bronzen afsluiters je tegemoet. De romp is gepoetst en het onderwaterschip voorzien van vier lagen anti-fouling.
Terug het water in is altijd spannend, zeker als je huiddoorvoeren hebt vervangen. Is alles echt lekvrij? Happy hangt nog in de kraan als helaas de nieuwe slangen op de afsluiters nog lekken maar het is niet ernstig. Enkele slangklemmen waren niet goed aangedraaid en op sommige plaatsen kunnen we het goedkope tape tussen de schroefdraden van de afsluiters nog vervangen. Het lekt nu nog maar een enkel druppeltje, voorlopig goed genoeg en het lijkt wel of het steeds minder wordt.
Port Denarau
Hans heeft (weer) last van zijn rug dus Dory vervangt nog een onderdeel van de keerkoppeling. We brengen de zeilen weer aan, schrobben de vloerbedekking schoon en langzaam veranderd de boot weer in een huisje in plaats van een werkplaats. Na een maand is alles klaar en varen we terug naar Port Denarau om daar twee Nederlandse boten te ontmoeten, de “Drifter” met Coby en Arnold en de “Spirit” met Ans en Gerjan. Beide boten hebben we vier jaar geleden voor het laatst gezien en het is een gezellige reunie. We vieren Coby's verjaardag, een heus Nederlands feestje met blokje kaas met Nederlandse vlaggetjes en dropjes. We hebben veel plezier met z’n allen en het is altijd spijtig dat onze wegen weer scheiden, maar dat is onlosmakelijk verbonden met het leven dat we leven.
We zien voor het eerst de toeristische kant van Fiji. Port Denarau ligt vlakbij het vliegveld en er zijn tientallen luxe resorts en een golfbaan. Vanuit hier vertrekken dagelijks honderden toeristen naar nog meer resorts op de eilanden van de Mamanuca's en de Yasawa's aan de westkant van Fiji. Verder tref je hier verschillende restaurants en bars aan waar je je geld makkelijk kunt spenderen. We blijven hier maar niet al te lang hangen en varen op een mooie dag naar Likuri Harbour.
De zuidkant van Viti Levu
Het laatste deel van de tocht was flink tegen de wind en in de middag komen we aan bij het Robinson Crusoe Island Resort. Dit resort verwelkomt zeilers en voor een acceptabele prijs heb je hier een lunch of diner. Voor slechts één dollar ben je levenslang lid van hun jachtclub en krijg je tien procent korting op alles. Kleine bootjes brengen elke dag groepen toeristen naar het eiland die dan worden vermaakt met wat onzinnige spelletjes zoals een krabrace en het zoeken naar een schildpad. Daarnaast wordt er ook dagelijks een uitstekende dansvoorstelling gegeven met traditionele dansen en een vuurdans van Samoa. Vooral in de avond geven de door de lucht vliegende fakkels een spectaculair gezicht. We hebben hier een leuke tijd en als Coby en Arnold met hun “Drifter” ook nog aankomen is het feest compleet.
Na bijna een week nemen we weer afscheid en varen we naar Cuvu Harbour, een prachtige stille baai met een klein dorpje, althans dat dachten we. Niets blijkt minder waar. Naar mate we dichterbij komen ontdekken we steeds beter de contouren van een enorm hotellencomplex. We draaien de baai binnen en zien daar een strand met tientallen strandstoelen, spelende kinderen en in de zon bakkende toeristen. Pas later realiseren we dat we ons anker hebben laten vallen voor één van de grootste resorts van Fiji. David, een Australiër met een Schots accent peddelt in een kano langs onze Happy. Het is hier 's avonds in de Bilo Bar erg gezellig, laat hij weten. Los van het feit dat een biertje in de Bilo Bar meer dan acht dollar kost is het er inderdaad erg gezellig en tijdens de kava-ceremonie speelt Hans elke avond gitaar. We beginnen langzaam te wennen aan de smaak van kava, een modderige verdovende traditionele drankje, gemaakt van de wortels van de yagoja-plant. Hier ontmoeten we David, Christine, Paul en Sue, Australiërs op vakantie. Ze verwennen ons bijna elke dag met biertjes, hapjes en zelfs een ontbijt.
Na een dag of vijf is het wederom tijd om afscheid te nemen en we varen naar een volgende baai, zonder groot resort. De wind blijft gunstig en de volgende dag varen we door naar Beqa Island maar daarover een volgende keer meer.