Van Tonga naar Fiji
De Vava'u eilandengroep is de meest toeristische plek van Tonga met tientallen eilandjes, prachtige ankerplaatsen bij witte strandjes en wuivende palmbomen en Neiafu, het belangrijkste dorp midden in de archipel.
Zondagsrust
Tonga is zeer christelijk en Neiafu lijkt wat dat betreft wel een beetje op Urk of Staphorst, zaterdagavond om twaalf uur moeten alle barretjes en disco's gesloten zijn. Op de zondag zelf is er slechts een enkel restaurantje open. We eren de zondagsrust en wandelen een stukje in een richting waar we vorig jaar nog niet geweest waren. Na een uurtje lopen staat er langs de weg een oud bordje, er zou hier in de buurt een grot met een zoet water bron zijn. Over een wat onduidelijk pad klauteren we naar beneden. Het uitzicht over azuur blauw water met daarachter koraalriffen is prachtig en we komen inderdaad bij een grot, heel donker en als je over een brede stenen rand kijkt en je ogen aan de duisternis laat wennen zie je inderdaad in de diepte heel vaag het rimpelende oppervlak van een poel. Men zegt dat je er in kan zwemmen maar zulke helden zijn we nou ook weer niet.
Op de brommer
De nieuwe eigenaar van Coconet, een internetcafe annex wasserette annex restaurantje, heeft net twee splinternieuwe Chinese scootertjes aangeschaft en verhuurt ze voor een zeer schappelijke prijs. Samen met Hans en Jose van de Pim besluiten we om de omgeving rond Neiafu te verkennen. Met Hans en Jose in ons kielzog scheuren we helemaal naar het zuidoosten van het eiland en omdat andere Hans niet zo'n ervaren rijder is houden zij het halverwege de dag voor gezien. Wij gaan verder om de fraaie ruige noordkust te zien. We ontmoeten daar Harrie die voor ons een rijpe maar toch zure manderijn uit een boom haalt en een kokosnoot opent waarvan de inhoud smaakt zoals de inhoud van een bounty. "Gratis eten" roept hij steeds en als we bij de kust komen wijst hij naar een prachtig klein eiland, zijn eiland. Op de terugweg gaat hij alleen verder om te vissen, nog meer gratis eten. Wij gaan via het oosten weer terug naar Neiafu.
Samoa
Dan is het tijd om te vertekken naar American Samoa om daar het "Festival of Pacific Arts" niet te missen. Er staat een goede wind dus de tocht moet in drie dagen gemaakt kunnen worden. Helaas is de windrichting niet zo gunstig en we varen aan de wind. De zeeziekte waar we altijd wel een beetje last van hebben is daardoor veel erger. Het op voorhand gekookte eten gaat de tweede dag overboord. Kleine beetjes brood en wat licht voedsel gaat er met moeite in maar komt er zo nu en dan via de slokdarm ook weer uit. We weten uit ervaring dat het de derde dag meestal over is dus pillen slikken hoeft niet. Oef, wat viel dat tegen, ook de derde dag wordt er nog gekotst. Eindelijk na drie lange dagen komen we aan in de baai van Pago Pago en als ons Happy eenmaal achter het anker ligt lusten we wel een heel everzwijn.
Pago Pago negatief
Over Pago Pago kunnen we twee soorten verhalen vertellen, negatief en positief. Overigens, Pago Pago spreek je uit als Pango Pango.
We waren al gewaarschuwd dat de ankerplek van Pago Pago vies is en stinkt. Ook de ankergrond is slecht want er ligt veel troep op de bodem. Inderdaad ruiken we iedere dag de geur van tonijn, afkomstig van een enorme blikjesfabriek.
Na een mooie dag op de wal komen we terug bij ons Mini Monster en ontdekken we dat onze roeispanen zijn gestolen. Dat is heel vervelend maar gelukkig waren het de oude roeispanen die bij onze oude, altijd lekkende en op Tahiti achtergelaten Maxi hoorden. We zitten dus niet zonder en we hopen dat de dief er gelukkig mee is.
Een paar dagen later komen we terug in het donker bij Mini en zien haar op de steiger liggen. Als we haar weer in het water hebben en Mickey, de buitenboordmotor proberen te starten blijkt dat Mickey vast zit. Geen beweging in het startkoord te krijgen. We roeien eerst een stukje met heel veel moeite tegen de wind, daarna gaat het met de wind mee een stuk makkelijker en roeien we over de enorme ankerplek terug naar Happy. Pas dan vinden we het kaartje dat medezeilers hadden achtergelaten. Mini was door de harde wind gekapseisd en Mickey lag op z'n kop onder water. Nog diezelfde avond vullen we, op advies van een andere zeiler, Mickey onder de bougie met olie. De volgende ochtend zat er weer beweging in en we werken de hele dag aan de revalidatie van onze trouwe Mickey met als resultaat dat hij aan het eind van de dag weer lekker snort.
De volgende dag lopen we voor de zoveelste keer naar het feestterrein van het festival als Dory plotseling een misstap maakt. Er is gelukkig een EHBO-post in de buurt, we koelen de flinke zwelling met ijs maar moeten constateren dat haar enkel is gekneusd. Dat wordt dus een paar dagen rustig aan doen.
Pago Pago positief
Het 10de "Festival of Pacific Arts" was de reden om naar Pago Pago te gaan. Als we de eerste dag aan wal gaan worden we meteen getrakteerd op dans en muziek op een podium aan een strandje. Het is prachtig en ook het weer is goed. Het schijnt hier een maand lang te hebben geregend en nu is het eindelijk droog. Op verschillende plekken in de stad genieten we elke middag en avond van dans en muziek. Alle landen hebben hun beste dansgroepen gestuurd, de kwaliteit van de optredens is dus super.
Op een groot festivalterrein staan heel veel standjes van alle verschillende landen die deelnmenen aan het festival. Daar leren we over landen als de Mariana's, Guam, Kiribati, Palau, Norfolk, en Pitcairn, namen waar we nog nooit van hebben gehoord. Verder zijn er veel landen die we onderweg al wel hebben leren kennen zoals Tahiti, de Cook Eilanden, Tonga en Nieuw Zeeland. s'Avonds aan boord zoeken we op waar al die nieuwe eilanden liggen en constateren we dat er nog heel wat te zien valt in de Pacific. We hadden al besloten dat we in november in Nieuw Zeeland werk zouden gaan zoeken, nu is het nog belangrijker geworden om extra geld te verdienen zodat we nog langer in de Pacific rond kunnen varen.
Na tien dagen genieten van dans, vuurdans, muziek, kunst, eten, modeshows, film en al het prachtigs dat alle culturen in de Pacific te bieden hebben gaan we met enkele medezeilers naar de slotceremonie. Zoals bij de Olympische Spelen komen de delegaties van alle deelnemende landen één voor één het terrein op. Er volgen wat lange, voor ons saaie toespraken van enkele hoge heren. Honderden in het wit geklede mensen vormen daarna een lange sliert die zich uiteindelijk als een cirkel sluit om alle deelnemers van het festival. Tenslotte wordt de ceremonie afgesloten met een indrukwekkende vuurdans en dan is het voorbij.
Nu is er dan eindelijk tijd om het eiland te bezoeken. We maken een enorme wandeling waarbij we af en toe met touwladders naar boven moeten klimmen, maar al de moeite wordt beloond met prachtige uitzichten over de baai. Later horen we dat de wandeling andersom makkelijker was, maar ja als je alles van te voren weet kan je met een kwartje de wereld rond, daarom kost het ons iets meer. We wandelen nog naar een paar oude kanonnen uit de tweede wereldoorlog, de fundamenten zijn nu het huis voor honderden padden.
Dan is het tijd om het vertrek voor te bereiden. We doen boodschappen in de "Cost U Less", een grote goedkope Amerikaanse supermarkt en hijsen daarna de zeilen.
Samoa
Vroeger heette het Western Samoa maar nu is het zelfstandig en heet het Samoa. Zeilboten mogen hier niet ankeren, je moet in de jachthaven liggen wat we, zeker de eerste dagen erg comfortabel vinden. We lopen naar Apia, de hoofdstad van Samoa en vinden al snel een fantastische grote groentemarkt. Je kunt er voor 50 eurocent een soort oliebol eten, gevuld met lekker vlees, voor dat geld krijg je er een glaasje limonade bij. Samoa is dus goedkoop, vriendelijk en je vindt er meer oorspronkelijke cultuur dan in American Samoa.
Samen met andere Nederlandse zeilers rijden we een dagje rond in een splinternieuw huurbusje en zien een groot stuk van dit prachtige eiland. De typische Samoaanse huizen vallen op, ze bestaan vaak alleen uit een vloer, een aantal palen en een dakje. Muren, deuren en ramen ontbreken.
Op visite
Op een dag worden we, samen met Cornelia en Henk van de Matahari uitgenodigd door Remy, een Nederlander die hier al jaren woont en samen met een Samoaanse vrouw een gezin heeft. We mogen plaatsnemen in opa's huisje dat voor de gelegenheid helemaal is versierd. Op het enorme terrein staan meerdere huisjes waar gezinnen wonen, en iedereen is familie van elkaar. Wij hebben Happy Monster-balonnen bij ons en daar zijn de kleine kinderen al snel zoet mee. Henk had bij een Australisch marineschip een dik stuk touw geritseld waar de kinderen een schommel van maken. Een volleybal maakt het plaatje compleet en binnen 10 minuten zijn er minstens 20 kinderen tussen de 3 en 20 jaar actief aan het spelen.
De mannen koken voor ons een traditionele maaltijd. Daarbij maken ze eerst een groot vuur waar een heleboel stenen in liggen. Als de stenen heet zijn doven ze het vuur. Er worden pakketje gemaakt van kokosnootmelk gemengd met tarotblad, gewikkeld in bladeren van de broodvruchtboom. Die gaan onder de hete stenen. Ook de kokosnootmelk is ter plekke gemaakt, door raspen persen en zeven haal je het lekkerste uit een kokosnoot. Ze vullen halve kokosnoten met vis en kokosnootmelk die vervolgens bovenop de hete stenen worden gezet. Dit alles is het werk van de mannen en ze zijn er een paar uurtjes mee bezig. De vrouwen zorgen voor vlees en vis dat gewoon op het fornuis wordt bereid. We zijn zeer aangenaam verrast door de smaak van alle gerechten en we hebben heerlijk zitten smikkelen. De kokosnootmelk geeft een heel lekker smaakje aan alles.
Geen bus terug
We rijden nog een dagje met de bus naar een kant van het eiland die we nog niet gezien hebben. We stappen uit in een klein dorpje en horen daar van de mensen dat er deze dag geen bus terug gaat. Dan maar liften en dat gaat gelukkig heel makkelijk. Een pickup-truck doet zijn naam eer aan en pikt ons up en we hebben heerlijk uitzicht vanuit de achterbak. Als de bestuurder gaat lunchen wandelen we verder en genieten van het uitzicht. Na meer dan een uur lopen is er nog geen enkele auto langs gekomen en het wordt twijfelachtig hoe we terug moeten komen. Dan komt opeens diezelfde pickup-truck weer langs en zo komen we toch weer terug in Apia.
De wind is gedraaid en de haven wordt steeds minder comfortabel, Happy ligt zenuwachtig aan de touwen te trekken. Het is tijd om te vertekken richting Wallis.
Wallis
Wallis is een Frans eiland, midden in een Engels sprekend gebied, op de grens van Polynesie en Melanesie en daardoor een apart eiland. De welvaart straalt ons al snel tegemoet, iedereen heeft een eigen auto en openbaar vervoer is er niet. De huizen zijn westers en niet zoals in Samoa zonder muren. We liften naar de hoofdstad waar we enkele goed gevulde supermarkten vinden en er is zelfs een internetcafe met een snelle verbinding. We proberen er achter te komen wat de toeristische attracties zijn, maar aangezien hier bijna geen toeristen komen is er dus ook geen informatie te vinden. Dan gaan we maar zelf op pad en proberen het eiland rond te liften. Als we tijdens onze eerste lift bij een flink aantal geparkeerde auto's en wachtende mensen komen, stappen we uit. Dory probeert in haar beste Frans er achter te komen wat er gaande is en dan blijkt dat mensen hier verzamelen voor een manifestatie, een protest tegen de hoge belastingen voor ondernemers. Enkele Engels sprekende ondernemers adviseren ons om een kratermeer te gaan bekijken, het Lalolalo meer. We verlaten de manifestatie en lopen richting het krater meer. Onderweg komen we langs een klooster, het is modern maar de muur om de tuin is een dikke ouderwetse. Het uiticht vanaf het hoog gelegen klooster is prachtig, die monniken hebben dat toch maar weer goed voor elkaar.
Lalolalo
Eenmaal terug op de doorgaande weg krijgen we een lift richting het Lalolalo meer. Als we uitstappen legt de vriendelijke bestuurder ons uit dat we, eenmaal aangekomen bij een kruis linksaf moeten. We wandelen door de prachtige omgeving en bij het kruis gaan we linksaf. Na ruim een half uur het pad te hebben gevolg met zo nu en dan een glimp van het meer aan de rechter kant belanden we op een van de vele stukjes bebouwde grond. Er hangen papaja's en bananen in de bomen, er groeien ananassen en natuurlijk de meest voorkomende groente, tarot. We rusten uit onder een afdakje en wandelen het pad weer terug want zo komen we nooit bij dat meer. Terug op de doorgaande weg lopen we nog een stukje verder en binnen vijf minuten zien we het meer aan de linkerkant van de weg. Dory's Frans was net niet goed genoeg om er in een keer te komen, maar we hebben wel een prachtige wandeling gehad. Het meer is indrukwekkend, stijle wanden rijzen tientallen meters langs de oever van het meer omhoog waardoor je onmogelijk bij het water kunt komen. We genieten een tijdje van het uitzicht en gaan dan op de terugweg. De zon staat hoog en we hebben weinig water bij ons, nu maar hopen op een lift. Gelukkig zijn er wel enkele huizen langs de weg en we vragen water bij een huis met een uitzicht over een prachtige lagune. We krijgen limonade en kunnen er weer even tegen. Er rijden hier maar heel weinig auto's maar na een paar uur komt er dan eindelijk een die ons meeneemt de bewoonde wereld in. De manifestatie is voorbij en de supermarkten zijn weer open, we doen boodschappen en liften terug naar de boot.
Au
Voordat we naar Fiji vertrekken ankeren we nog bij een van de onbewoonde eilandjes rond de lagune van Wallis. Samen met de zeilers van de Roxi en de Do It snorkelen we en drinken op het strand kokosmelk uit zelf opengehakte kokosnoten. Dan, als het juiste weerbericht komt vertrekken we naar Fiji. Hans checkt nog even de ankerketting voordat we het anker ophalen en opeens schiet het in zijn rug. Krom van de pijn in zijn rug komt hij de kuip in, en Dory mag aan het werk. Hans ligt de eerste dag van de trip plat op de bank maar ondanks dat hebben we een supertocht naar Fiji.