Van Nieuw Zeeland naar Fiji
Wachten, wachten en nog eens wachten
We willen in mei vertrekken naar Fiji, en omdat we rond Nieuw Zeeland te maken hebben met veel depressies is het erg belangrijk om het juiste “weather window” af te wachten. Op 1 mei lijkt het erop dat het weer goed is om te gaan. We bereiden ons voor op het vertrek maar moeten nog wachten op een onderdeel van onze motor en dat laat langer op zich wachten dan er was beloofd. Het weather window blijkt niet zo mooi te zijn als aanvankelijk werd voorspeld dus we wachten gewoon op de volgende gelegenheid. Het gevolg is dat we alle tijd hebben om nog wat klussen te doen en in ieder geval maken we de motor weer helemaal picobello.
Half mei wordt er weer een mooi window voorspeld en wederom bereiden we ons voor. In de afgelopen veertien dagen hebben we natuurlijk alle verse groenten en fruit opgegeten en we besluiten om in een grote goedkope supermarkt in Whangarei opnieuw inkopen te doen. Bij de douane geven we aan dat we de volgende dag zullen vertrekken. Na een nacht met niet veel slaap bekijken we nogmaals de weersvoorspelling. Binnen een week komt er een enorm lage drukgebied over met hele harde wind. De voorspellingen kloppen lang niet altijd maar we durven het toch niet aan en besluiten om weer niet te gaan. We wachten opnieuw en klussen nog meer, de boot wordt er alleen maar beter en luxer van. Na nog een paar opties besluiten we uiteindelijk op 28 mei te vertrekken. Opnieuw kopen we verse groente in en regelen we alles. Ook nu is het geen perfect window maar er is voor de komende tien dagen in ieder geval geen storm voorspeld, er staat wel veel tegenwind op het programma.
Eerst gaat het lekker
We vertrekken met een forse wind in de rug, varen met een zeer goede snelheid en zoals altijd vechten we de eerste dagen tegen de zeeziekte. Alles loopt lekker hoewel het ophalen van de weerberichten via de satelliet-telefoon wat moeizaam verloopt. Op de derde dag zakt de wind vrijwel helemaal weg, goed tegen de zeeziekte maar we willen opschieten om verder bij Nieuw Zeeland weg te zijn vanwege nieuwe depressies die hier het ergst zijn. We starten de motor en willen Bob, onze stuurautomaat aanzetten. Helaas, Bob weigert in alle talen. Na een uurtje met de hand te hebben gestuurd duikt Hans in de bakskist om te kijken waarom Bob het niet doet en vindt een los contactje. Dat is een hele opluchting! We plakken ook nog een klein gaatje in het zeil, draaien wat boutjes vast van Wendy, onze windvaan en zetten een harpje dat het grootzeil vasthoudt terug nadat het op het dek viel. Alles bij elkaar een succesvol rustig dagje. In de avond komt de wind langzaam terug en we zeilen met Wendy aan het roer een mooie koers en snelheid.
Dan komt de ellende
De volgende dag trekt de wind flink aan en we zetten het tweede rif in het grootzeil waardoor de boot heel wat rustiger aanvoelt. Opeens voelen we dat Wendy niet meer stuurt. Hans snelt naar de achterkant en ziet het pendulumzwaard van Wendy achter de boot aan schommelen, hangende aan nog slechts één van de vier bouten. Als een gek trekt hij een zwemvest aan, gaat op het trapje achter de boot hangen en redt nog net op tijd het zwaard. Met laarzen vol met zout water hijst hij zich weer aan boord. We inspecteren de schade maar het ziet er niet best uit. Het blijft erg hard waaien en we zetten Bob maar weer aan. Tot drie uur in de ochtend doet Bob het goed, maar dan opeens stopt hij ook met sturen. Wat nu? Met de hand sturen de komende tien dagen? Dat overleven we niet. Met de koers die we nu varen en de juiste zeilstand vaart Happy gelukkig zichzelf maar dat blijft natuurlijk niet zo. Met een hoofd vol zorgen beginnen we de volgende dag. Eerst proberen we het pendulumzwaard van Wendy te repareren met een verbandje van epoxy maar we zijn er niet van overtuigd dat het sterk genoeg is. Het waait nog steeds met windkracht zeven als we met de boot gaan bijliggen zodat we tot rust kunnen komen. Ondanks de onstuimige zee ligt Happy relatief rustig op de golven zodat we ons stuurwiel kunnen demonteren om te zien wat er met Bob aan de hand is. Zodra het stuurwiel los komt zetten we een griptang op de as zodat Dory nog enigszins kan sturen terwijl Hans Bob uit elkaar haalt. Gelukkig, zoals we al hoopten is het aandrijfriempje gebroken en daarvoor hebben we een reserve aan boord. Na een half uurtje hebben we met kunst en vliegwerk het stuurwiel er weer op en stuurt Bob als nooit tevoren. Maar voor hoelang??? Zo sterk is Bob niet.
Eind in zicht
Er volgen een paar dagen met alleen maar tegenwind zodat we niet de juiste koers kunnen varen. Gelukkig blijft alles het gewoon doen en als we weer harde tegenwind met veel regen krijgen geeft Bob geen krimp en stuurt als een streep. Op een goed moment komt de dag dat je probeert uit te rekenen wanneer je gaat aankomen. Er is weinig wind voorspeld dus morgen overdag halen we zeker niet, het zal ongeveer tien uur in de avond worden. Aangezien we niet in het donker willen aankomen moeten we de rem erop zetten. Het is woensdag als er totaal geen wind is en we drijven enkele uren op dezelfde plek wat heen en weer. Ook het dubbele rif laten we in het grootzeil zitten. In de avond gaat het onverwachts toch hard waaien en we krijgen een flinke duw in de rug. Dat was niet de bedoeling. Het regent de hele nacht en als we het luik van de kajuit dicht willen schuiven om de regen buiten te houden valt de GPS uit. Wat is dat nou weer? Omdat Dory last van zeeziekte krijgt als ze binnen zit, blijft ze tijdens haar wacht buiten en haar huid is na drie uur gerimpeld en doorweekt. De volgende dag moeten we constateren dat we het makkelijk hadden kunnen halen maar we hebben ons erbij neergelegd om vrijdag aan te komen. Eindelijk is het mooi weer en de laatste dag en nacht varen we een prachtige koers met een mooie vlakke zee richting Suva, onze eindbestemming. Zo zou iedereen wel willen zeilen! Jammer dat de mooiste vierentwintig uur van de tocht ook meteen de laatste zijn.
Suva, Fiji
We glijden het rif binnen en vinden de ankerplek voor zeilboten vlak bij de Suva Royal Yacht Club. We roepen Suva Port Control en krijgen te horen dat om 10:00 uur of om 15:30 uur de douane aan boord zal komen. Precies om 12:00 uur klopt de douane op de boot. Ze zijn met vier personen: douane, immigratie, health-service en agriculture. Vanwege het prachtige weer zitten ze te zweten in de kuip, vullen snel alle formulieren in en kijken verder nergens naar. Al onze resterende groenten, eieren, vlees, honing en andere etenswaar waarvan het altijd weer afwachten is of we het mogen houden, hoeven we niet in te leveren zolang we het maar niet aan land brengen. Later in de middag moeten we nog langs komen om meer formulieren in te vullen en de health-service te betalen. De volgende ochtend lopen we met stijven benen van twee weken stil zitten de stad in. We worden overdonderd door alle lawaai, vrolijkheid en kleur- en geur-sensaties. De markt is groot en gevarieerd, de supermarkten zijn redelijk gevuld. We genieten van een tropisch gevoel.