Ailuk en Likiep
De boot van de burgemeester
Druipend van de regen zitten we om beurten in de kuip. Het is aardedonker, de maan is nergens te bekennen vanwege de zware bewolking en we hebben de kajuitingang afgesloten want de wind komt van achteren en blaast de regen regelrecht de kuip in. Squall na squall komt over ons heen. We zijn op weg naar Ailuk, één van de atollen van de Marshall Eilanden. Gisteren hebben we Majuro eindelijk achter ons gelaten nadat we twee keer deze tocht naar andere eilanden hadden uitgesteld.
De tweede nacht is nog ergen dan de eerste, de regen houdt niet op maar de snelheid zit er goed in. We varen melkmeisje met de fok op de spinakerboom en onze Bouvaan kan de koers makkelijk aan.
Op de ochtend dat we de lagune van Ailuk binnenvaren schijnt gelukkig het zonnetje en dat hebben we nodig om de koraalbommetjes te ontwijken. We varen drie uur binnen het atol met prachtig weer en langzaam worden de golven minder als we het eiland Ailuk (het hoofdeiland van het atol Ailuk) naderen. We vinden een zanderig plekje tussen het koraal waar we ons anker laten vallen en dan we hebben rust.
De volgende ochtend zitten we net aan het ontbijt als er een man man naast onze boot komt roeien en vraagt of hij aan boord mag komen. Hij schijnt de waarnemend burgemeester van Ailuk te zijn en we geven hem een lijn zodat hij zijn kano kan vastbinden. We geven hem een kopje koffie en presenteren de koektrommel. We zijn verbaasd en verbluft als we zien dat hij vier koekjes tegelijk pakt. Zit dit in hun cultuur om direct maar in de koekjestrommel te graaien of is hij gewoon brutaal? Later leren we dat het in de cultuur van deze mensen zit, pakken wat je pakken kan als als het om voedsel gaat. Wij overhandigen hem het officiële toegangsformulier, betalen 50 dollar en als we nog wat in de kuip zitten te praten zien we opeens dat zijn kano weg drijft. Hij verblikt of verbloosd niet en komt niet in actie. Het waait bijna niet en de kano is nog makkelijk in te halen dus Hans hijst zich in zijn zwembroek en duikt erachteraan. In de kano klauteren blijkt niet zo eenvoudig te zijn zonder deze te laten omslaan dus zwemt Hans met de lijn van de kano in de hand terug naar Happy. Een bedankje kan er niet af als Hans eindelijk weer terug aan boord is. We doen nog een poging om hem een goede knoop te leren maar ook dat slaat niet echt aan.
Zeilkunstenaars
Ailuk is beroemd vanwege de vele zeilkano's die er worden gebruikt. Geen ronkende buitenboordmotoren maar traditionele zeilscheepjes waarmee men vaak dagelijks van het ene naar het andere eiland vaart. De kano's hebben twee rompen, één grote waar de mast op staat en waaraan het roer is bevestigd en een kleine romp voor het evenwicht. Daartussen zit een plateau waarop goederen worden vervoerd of passasiers meevaren. Om overstag te gaan moet de mast van de voorpunt naar de achterkant worden verplaatst en het roer van achter naar voren. De voorkant wordt de achterkant en andersom. De bootjes worden met name gebruikt om copra te vervoeren. Eerst verzameld men cocosnoten. Deze worden opengehakt en het vruchtvlees wordt in de zon te drogen gelegd. Daarna wordt het in zakken gedaan en met de kano's vervoerd. Eens in de paar maanden komt er een schip dat de zakken copra naar Majuro vervoert. Daar wordt er kokosolie uitgeperst.
De copra is de belangrijkste bron van inkomsten. Daarnaast wordt er prachtig handwerk gemaakt door de vrouwen van het atol. Dit handwerk wordt geruild voor andere goederen of geld.
We mogen een keer meevaren op een zeilkano en zijn vebaasd hoe snel ze gaan. Met slechts tien knopen wind vliegen we over het water met zeker acht knopen. Normaal gesproken vaart men van eiland naar eiland en hoeven ze niet overstag te gaan. Met ons toeristisch tochtje moeten we halverwege omdraaien en zodoende maken we mee hoe men de boot “ombouwd” om dezelfde weg terug te varen. Eerst haalt men de snelheid eruit door op te loeven, dan wordt het zeil naar boven gereefd. Terwijl de mast en het roer worden omgezet drijven we even stil op het kristalheldere water maar al snel wordt het zeil weer volledig gehesen en sjeessen we in volle vaart weer terug. Wij zijn weer een bijzondere ervaring rijker.
Enejelar
Na twee weken bij Ailuk te zijn geweest zeilen we op een mooie dag naar het eilandje Enejelar aan de andere kant van het atol. Dit is de enige andere plek waar mensen wonen, verder zijn alle eilandjes rond de 15 km lange lagune onbewoond. Slechts vijf families leven hier en we leren de onderwijzers van een klein schooltje kennen. Met onze laptop tonen we onze diashow over onze reis en de film “Ice Age” is een hoogtepunt voor de kinderen, helemaal als je je bedenkt dat men hier bijna geen stroom heeft. De kleine huisjes waarin men woont hebben slechts een zonnepaneel waarmee voor de avond een lampje gevoed kan worden.
We ruilen allerlei spullen zoals meel, rijst, suiker, oploskoffie en stukjes zeep voor prachtig handwerk. Hun Engels is matig en de communicatie verloopt soms erg moeizaam. In het Marshelese alphabet ontbreken ook een aantal letters zoals bijvoorbeeld de F en de V, ze zeggen handicrapt in plaats van handicraft.
Onze boot ligt dicht bij een koraalrif, het was het enige plekje met een redelijk stuk zand waarin de ankerketting ruimte heeft om met de wind mee te draaien. Het is volle maan en er is een koningsgetijde, waarbij het water nog eens extra hoog en laag is. Op een ochtend zien we het koraal boven het water uitsteken, een prachtig gezicht maar ook bedreigend omdat de wind nu teveel uit de verkeerde richting komt. We moeten Happy verplaatsen en we vinden een andere plek met voldoende ruimte. Voor de zekerheid brengen we ook een achteranker uit. Tijdens deze maneuvre loopt de temperatuur van de moter te hoog op. Wat nu weer?? We tappen het koelwater af en ontdekken dat enkele buisjes van de warmtewisselaar lekken. Deze stoppen we dicht met epoxy maar het mag niet baten, de temperatuurmeter blijft vervelend hoge cijfers aangeven.
We besluiten om niet door te gaan naar Likiep zoals aanvankelijk de bedoeling was, maar blijven wat langer hier en gaan rechtstreeks terug naar Majuro zodat we de moter nog maar heel weinig hoeven te gebruiken.
Terugkomst in Majuro en tsunami
Op de laatste dag van onze tocht terug naar Majuro rekenen we uit of we voor het donker nog door de pas van het Majuro atol kunnen. Als we optimaal zeilen moet het lukken maar dan moeten we wel bij iedere squall het voorzeil in- en weer uitrollen. Het grootzeil laten we gereefd met één rif. Het is hard werken, de wind is zeer onregelmatig en elk half uur komt er een squall over. De blaren staan op onze handen maar rond vijf uur komen we bij de pas en het is nog niet donker. Om door die pas heen te komen moeten we pal tegen de wind dus hebben we de motor nodig. Moeizaam komen we tegen de harde wind in vooruit en vanaf de andere kant nadert een grote vissersboot. De motortemperatuur loopt weer op, hoe lang houden we dit vol? Met nog geen twee knopen kruipen we vooruit. Eindelijk is de vissersboot voorbij en stoppen we de motor. De pas is net breed genoeg om te kruisen. Her en der zien we de lichtblauwe plekken van gevaarlijk ondiepe koraalbommetjes, we moeten voortdurend overstag als opeens over de marifoon een bericht over een tsunami binnenkomt. Nu effe niet, we hebben het veel te druk.
Eenmaal binnen de lagune nemen de golven af en wordt het laveren makkelijker. Het wordt inmiddels donker en de ondieptes die we kennen markeren we in de GPS. Twee uur later komen we aan bij de moorings van het eiland Anemanot en moeten we in het donker een mooringbal zien op te pakken maar hoe vind je zo'n ding in het pikkedonker? We willen ook liever de motor niet starten en besluiten om alleen het voorzeil te gebruiken als we de moorings naderen. Verschillende keren bespreken we de maneuvre en terwijl Hans met een zaklamp op het voordek aanwijzingen geeft stuurt Dory de boot. Zonder motor weten we de mooringbal in één keer op te pakken. Het wonder is geschied, het is half tien en we liggen veilig aan een balletje. Nu maar eens vragen hoe het met die tsunami zit. Hij wordt verwacht om half twaalf, we willen erop wachten maar zijn doodmoe van deze dag en gaan dus maar slapen. De volgende ochtend horen we dat atols, omdat deze stijl uit de zee omhoog komen niet veel gevaar lopen bij een tsunami, alleen een kust met een langzaam omhoog lopende zeebodem krijgt de verschrikkelijke golven. Goed dat we niet wakker zijn gebleven.
Pakjes en wederom uitgesteld vertrek
Majuro heeft een Amerikaanse zipcode en de US Postal Service verstuurd alles wat in de VS wordt besteld als binnenlandse zendingen. Pakjes komen meestal binnen zeven tot tien dagen aan. Een mooie gelegenheid om onze oude GPS te vervangen en een nieuwe marifoon met ingebouwde AIS te bestellen. Ook onze oude autopilot is aan vervanging toe dus ook die knoop hebben we doorgehakt. Verder hebben we nog een aantal kleine dingetjes besteld. Margriet, Hans' zusje, heeft een pakje vanuit Nederland opgestuurd. Dat deed er helaas drie maanden over om ons te bereiken en we waren erg blij om het uiteindelijk te ontvangen. Nieuwe snaren voor de gitaar, een creditcard en Mepal bekers die we op een Nederlandse website hebben besteld. Helaas was dat laatste een grote teleurstelling: de oude kwaliteit van Mepal kunnen ze blijkbaar niet meer evenaren want zodra je kokend water in de nieuwe bekers doet om er een lekker kopje thee van te maken hoor je het plastic barsten.
Op een aantal minder belangrijke pakjes na hebben we alles ontvangen en we besluiten om te vertrekken. Andere zeilers willen de laatste pakjes wel nasturen. We checken uit bij Customs (douane) en Immigratie, kopen de laatste verse groente en varen naar Anemanot om daar nog een nachtje te slapen en de laatste voorbereidingen te doen. We horen een raar geluidje in de motor. Wat nu weer?? Tot onze grote schrik moeten we constateren dat de waterpomp rammelt en dat we dus weer niet kunnen vertrekken. Als Hans de volgende dag de mast in klimt om de schoepjes van de windmeter los te maken ontdekt hij een gebroken draad in de verstaging. Tot overmaat van ramp crasht ook nog even de harde schijf van onze laptop waardoor we alle originele foto's van Ailuk kwijt zijn geraakt.
Daar liggen we dan weer, terug in Majuro met een kapotte motor, kreupele verstaging en een niet werkende computer. Van Customs en Immigratie hebben we een maand verlenging gekregen, we hebben een nieuwe waterpomp en onderdelen voor de verstaging besteld en nu maar wachten totdat dat binnen komt. Van een vriendelijke medezeiler krijgen we een andere harde schijf zodat we op de laptop dit verhaal weer kunnen schrijven. We moeten nu zien dat we ons door alle verse groente heen werken en wie wil er nog een doos met eieren???