Happy Monster: Sailing Around the WorldHappy Monster Logo
Happy Monster: Sailing Around the World
4 mei 2013

Tasmanië en de oversteek naar Nieuw Zeeland

Hobart

Vanochtend zijn we in Hobart, Tasmanië aangekomen en de boot ligt veilig in de Prince Of Wales Jachthaven. We bellen Els, een vriendin van Hans die jaren geleden hiernaartoe is verhuisd. Els en Noel op onze bootNog die zelfde middag verschijnt ze in de haven met haar man Noel en een grote picknickmand vol met lekkernijen. Dat komt even mooi uit want ook nu zijn al onze voorraden weer bijna op. Met z'n vieren smullen we in de kuip van Happy van al het lekkers. Als Els daarna ook nog aanbiedt dat we haar Mercedes mogen gebruiken kan ons verblijf in Hobart nu al niet meer stuk. De volgende dag gaan we met de auto naar het centrum van Hobart en bezoeken de Wooden Boat Show. De hele dag lopen we rond over het terrein en kijken onze ogen uit, zoveel hout in een haven, zowel nieuw als oud, als heel oud. Ook de houten ukulele waar Hans even op mag spelen is erg mooi, maar helaas veel te prijzig.

We vermaken ons een aantal dagen in en om Hobart en logeren een paar keer bij Els en Noel die ons, als ze tijd hebben mee uit nemen naar een aantal mooie plekjes in de omgeving.

In deze Mercedes verkennen we HobartNet als op het vaste land van Australië zijn ook hier in Tasmanie ongelooflijk veel bijzondere vogels. Als we met Els en Noel bij een stuwmeer gaan barbeknoeien is er niet alleen een enorme kudde witte kaketoes, maar zien we ook de lachende Kookaburra. Deze vogel is zo gewend aan mensen dat het mogelijk was om hem uit de hand te voeren en van dichtbij te fotograferen, en als je wil weten hoe hij klinkt moet je maar aan Els vragen om het geluid na te doen. Het klinkt als...

We lopen regelmatig door Hobart, een van de oudste steden van Australië. Een mooie stad met veel oude gebouwen en geen wolkenkrabbers. De tijd vliegt om, we zijn hier al weer een week, tijd om ons gehuurde busje op te halen.

Rondreis

We hebben voor elf dagen een "Wicked Van" gehuurd, een goedkoop busje om in te slapen, erg populair bij jongeren. De buitenkant is volgekladderd met vreemde figuren en teksten en in ons geval stond er op verschillende plaatsen "R.I.P." De binnenkant was ook helemaal beschreven door mensen die het busje eerder hadden gehuurd en aangezien we werden uitgenodigd om ook wat te schrijven hebben we dat maar braaf gedaan. De eerste dag gaan we naar de trein in Margrate waar we Nederlandse producten en vooral snoep kunnen kopen. De oude stoomtrein, mooi geschilderd gaat nergens meer naar toe. In de wagons zijn allerlei winkeltjes en restaurants gevestigd. De stoomtrein in MargrateDaarna rijden we naar Mount Field National Park, iets ten noordwesten van Hobart. Het is al vrij laat als we dicht bij onze plaats van bestemming komen. We rijden ons busje een klein zijpad in waar we de nacht doorbrengen. De bosachtige omgeving is prachtig en op een met het busje meegeleverd tweepittertje koken we een simpele maaltijd. De volgende dag rijden we door naar twee prachtige meren, Lake Pedder en Lake Gordon. Daarna rijden we door naar Strahan (spreek uit als Strown) in het westen van Tasmanië.

Strahan

We brengen de nacht door in Queenstown op het circuit waar plek is voor meerdere campervans. Er zijn geen sanitaire voorzieningen en als de natuur roept rijden we een klein stukje naar de openbare toiletten in het centrum van het stadje. De volgende dag rijden we naar Strahan. Via een paar prachtige uitzichtjes komen we in het oude vissersdorpje. Er liggen veel boten met korven waarmee kreeft wordt gevangen. We drinken koffie aan de waterkant en zien twee watervliegtuigjes landen, een veel gebruikt vervoermiddel in deze omgeving. We maken een wandeling naar een prachtige waterval via een park dat lang geleden door een rijke meneer aan het publiek is gegeven en sindsdien gelukkig nog steeds openbaar is gebleven. Volgens de verhalen moeten hier de zeer zeldzame vogelbekdieren leven maar helaas hebben we die niet gezien. Deze zeer verlegen dieren zijn alleen in de vroege ochtend of late middag aktief, en wij blijven hier niet overnachten want er is nog zoveel meer wat we willen zien.

Cradle Mountain

Een van de meest toeristische plekjes van Tasmanië is Cradle Mountain, een hoge berg midden in een prachtig natuurpark. Het is voor ons busje een behoorlijke klim omhoog over mooie kronkelende wegen. Waldheim bij Cradle MountainOmdat slechts een beperkt aantal auto's het park in mag en de parkeerplaats vol staat kunnen we niet verder. Dan eerst maar een kopje koffie om te beslissen wat we doen. We besluiten onze lunch in te pakken en met een van de vele pendelbusjes het park in te gaan. We stappen uit bij Dove Lake. Het is prachtig weer, de zon schijnt, er staat geen wolkje aan de lucht en de frisse berglucht doet ons goed. De bergen op de achtergrond, het strakke water van het meer en de superblauwe lucht zorgen voor een plaatje van een ansichtkaart. We hebben geluk als je bedenkt dat het hier tachtig procent van de tijd regent. We wandelen rond een deel van het meer en bezoeken Waldheim, een houten chalet dat begin negentiende eeuw is gebouwd door Gustav Weindorfer. Deze Oostenrijker heeft er voor gezorgd dat het natuurgebied rond Cradle Mountain uiteindelijk na heel veel lobbywerk bij de overheid is geconserveerd in een nationaal park. We brengen de nacht door op een gratis kampeerterreintje in de buurt.

Stanley en Narawntapu National Park

We zijn overgestoken naar de noord kust van Tasmanië en zijn nu in Stanley. De attractie van dit plaatsje is een dode vulkaankrater vlak aan de kust, ze noemen het de "Nut" en het is een rare hoge berg zo maar midden in een verder vlak landschap. We zetten onze mode op klimmen en worstelen ons omhoog op een enorm steil pad om daarna van grote hoogte de omgeving te bewonderen. Het uitzicht is een prachtige beloning voor de inspanning. Het dorpje zelf stelt niet zoveel voor en de harde wind zorgt voor een kapsel alsof je een vliegtuig hebt aangeduwd, althans bij Dory en niet bij Hans.

Onderweg richting Launceston, de op één na grootste stad op Tasmanië horen we over Narawntapu National Park, waar je in het wild levende wombats kan zien. Als we er aan komen is er geen parkwachter en geen gids die ons iets kan vertellen over de wombats. Ons busje waarmee we door Tasmanië rijdenIn het gezelschap van enkele walibies eten we onze avondmaaltijd en ondanks het verzoek de dieren niet te voeren stoppen we ze zo nu en dan een rauwe sperzieboon toe. Na het eten gaan we wandelen want tegen de avond zijn de meeste beestjes te zien. We lopen anderhalf uur rond een meer voordat we eindelijk de eerste kangoeroes zien. Maar daar blijft het niet bij. Even verderop zien we er heel veel. Ze springen in groepjes rond in de buurt van het meer. We hebben nog steeds geen wombat gezien maar als we bijna weer terug zijn bij de camping komen we op een veldje waar een paar mensen op hun buik in het gras liggen. Het zijn beroeps fotograven die een wombat aan het fotograferen zijn. Er lopen er nog meer rond en ze zijn totaal niet bang voor mensen, je kunt ze zelfs aaien, al voelt de vacht veel ruwer aan dan dat het eruit ziet. Bij het licht van de ondergaande zon vermaken we ons geruime tijd met deze schattige knuffelbare beestjes.

Launceston en hoog in de bergen

We gaan naar Launceston want daar is een goede watersportwinkel waar we een nieuwe voetpomp voor de kraan in onze boot en een nieuwe grootschoot kopen. Daarna gaan we weer gauw verder de natuur in. We rijden door een vlak landschap met in de verte een steile bergwand. Moeten we daar overheen? Hans kan het bijna niet geloven maar Dory leest de kaart en is er zeker van dat ons busje deze hoogte moet trotseren. Inderdaad, eenmaal aan het eind van de vlakte begint de weg te kronkelen en slingeren we helemaal naar boven. Bij Arthurs Lake, een prachtig meer, een van de vele stuwmeren in deze omgeving vinden we een camping. Een groot deel van de energie in Tasmanië wordt met water opgewekt. Bijna alle prachtige meren zijn kunstmatig vergroot en worden voor energie-opwekking gebruikt. Je kunt ook zomaar opeens midden in een natuurlijke omgeving een serie enorme ontsierende buizen tegenkomen die worden gebruikt om water naar energiecentrales te leiden. Omdat de bevolking veel geprotesteerd heeft zijn gelukkig grote delen van de natuur bespaard gebleven van aanpassing voor de energiesector. Onze uitklapbare campingstoeltjesEr is veel vis uitgezet in de stuwmeren en overal zie je dan ook auto's met aangangers met daarop een boot. De Tasmaniërs houden namelijk van vissen. Op de camping staan dan ook verschillende campers met aanhangers en in de avond krijgen we een gefileerd visje van iemand die een succesvolle vangst had die dag.

Daarna nemen we onze uitklapbare campingstoeltjes en een biertje mee om verderop van de beestjes te genieten die rond zonsondergang wakker worden. Helaas zagen we alleen in de verte een paar wallibies weg hoppen. Als het te koud wordt om nog buiten te zitten lopen we terug naar de camping en stoken nog een vuurtje in de daarvoor bestemde ton, maar daar is het ook al snel te koud om nog te zitten dus maar lekker warm naar bed. Helaas worden we gedurende de hele nacht verschillende keren rillend van de kou wakker. Ook al kruipen we nog zo dicht bij elkaar, we kunnen het op ons luchtbed niet warm krijgen. Als het dan eindelijk licht wordt kruipen we direct vanuit ons bed naar de voorstoelen en rijden we weg met de kachel op stand heel hoog. Het lijkt of we zo hier en daar rijp op het gras zien dus het is niet zo'n wonder dat we het koud hebben. Na een uurtje is het meeste rillen over en kunnen we eindelijk normaal ontbijten.

Terug in Hobart

Na elf dagen leveren we onze Wicked Van weer in en keren we terug naar de boot. We denken dat het weer er nog niet goed uit ziet om te vertrekken en rekenen op nog minstens twee weken Tasmaanse gezelligheid met Els en Noel. Maar als we de volgende dag opeens een prachtig weerpatroon zien met meer dan een week wind mee en niet meer dan twintig knopen (windkracht 5) besluiten we toch met een paar dagen te vertrekken. Als afsluiter nemen Els en Noel ons mee naar een gratis openlucht concert van het Philharmonisch Orkest van Tasmanië. Klassieke muziek afgewisseld door André Rieu achtige deuntjes worden aan het grote publiek voorgeschoteld. Het is prachtig om te zien. Het Philharmonisch Orkest van TasmaniëEen super afsluiting van een heerlijke tijd in Tasmanië.

We maken afspraken met Customs en Immigratie om uit te checken en op 1 maart verlaten we dit bijzondere eiland.

Over de Tasman Zee

De wind is perfect in onze rug en niet te hard. Omdat deze wind rechtstreeks over de ijskap van de Zuidpool naar ons toe komt is hij dan ook ijzig koud. Voor het eerst sinds jaren dragen we drie lagen van ons zeilpak: lang ondergoed, fleece tussenlaag en broek en jas, aangevuld met muts en handschoenen. Heerlijk om na drie uur wacht houden in een voorverwarmd bedje te kunnen kruipen. Dag in dag uit blijft het weer goed, het wordt steeds warmer en halverwege zitten we rustig zeilend op het voordek een biertje te drinken. De gevreesde Tasman Zee gedraagt zich zeer rustig en ondanks de lichte wind maken we redelijke voortgang omdat we constant een stroom mee hebben. Na dertien dagen komen we aan de top van Nieuw Zeeland. Hier begint de ellende. We zien al een paar dagen de resten van een tropische storm naar het zuiden komen en willen, voordat hij ons bereikt binnen zijn. Dit lijkt te gaan lukken totdat we wind en stroming tegen krijgen. Door de verschillende zeeën boven Nieuw Zeeland zijn er gebieden met hele rare stromingen. We worstelen er met de motor aan tegenop. Tot overmaat van ramp maakt Dory tijdens het zetten van het tweede rif met een vervelende onrustige zee en 25 knopen wind midden in de nacht een smakker op het voordek en moet ze verder met een blauw oog en meerdere blauwe plekken. Maar gelukkig lukt het toch om na drie dagen worstelen veilig aan te komen in de Bay of Islands en Happy Monster veilig in de Opua Marina aan te meren. De tocht heeft uiteindelijk (slechts) zestien dagen geduurd.

Plannen

Nu is het tijd om nieuwe plannen te smeden voor het komende jaar. Omdat we inmiddels een landje in Fiji hebben zullen we niet rond de wereld zeilen. We blijven lekker in de Pacific maar we willen ook naar Nederland om vrienden en familie te bezoeken. Dus hebben we bedacht om rond de wereld te vliegen, Nederland ligt tenslotte aan de andere kant van de aardbol. We vliegen naar Peru voor een maandje backpacken en komen dan naar Nederland op 11 juni. Op 7 juli verlaten we Nederland weer om via London naar India te vliegen. Daar willen we vier maanden rondtrekken om vervolgens Thailand en Maleisië te bezoeken. Uiteindelijk vliegen we in december weer terug naar Nieuw Zeeland.

We hopen zoveel mogelijk vrienden te ontmoeten tussen 11 juni en 7 juli.

Copyright © 2004-2024 Dory Janssen en Hans van Domselaar