Australië, van Brisbane naar Pittwater
Brisbane
Gisteren ochtend verlieten we Fraser Island en na een tocht met veel wind komen we eindelijk aan in de jachthaven bij Manly, iets ten zuiden van Brisbane. Hier leggen we Happy aan een steiger met stromend water en elektriciteit. Wat een luxe. Maar er moet ook gewerkt worden. We gaan met een lange boodschappenlijst naar een watersportwinkel, hier om de hoek. De teleurstelling was groot. Nauwelijks te woord gestaan door een bediende met Blokker mentaliteit van "Als het er niet leg, dan hebben we het niet", en we stonden al weer buiten, geen enkele service en ook nog eens veel te duur. En we wilden nog wel een nieuwe dinghy kopen en onze lekkende luiken vervangen. Net buiten de stad vinden we een klein bedrijfje dat mooie dinghy's verkoopt en voor de nieuwe luiken gaan we naar Whitworths, midden in de stad. We doen nog wat andere reparaties en dan is het tijd voor wat leuke dingen.
In Vanuatu hebben we Sue en Rod en hun kinderen leren kennen. Zij wonen in een van de buitenwijken van Brisbane en nu gaan we hen bezoeken. Zij nemen ons mee naar het land van Sue's broer waar we eindelijk onze eerste kangeroes gaan zien. En ja hoor, daar is er één, midden op de weg, platgereden en morsdood. We stoppen onderweg voor de beste meat-pie van Australië en gaan dan op het landgoed opzoek naar levende kangeroes. Maar het is midden op de dag en dan zie je eigenlijk geen kangeroes. Voor de lunch wordt de barbeque aangestoken en we doen ons tegoed aan broodjes met worstjes. Aan het eind van de dag rijden we nogmaals over het land, op zoek naar de hoppers en dan zien we in een flits twee grote exemplaren snel wegspringen. Op de weg terug stoppen we bij een weiland. Daar staan zeker vier kangeroes niks te doen. Ze kijken argwanend naar ons als we een paar foto's nemen. De eigenaar van het weiland komt langs, hij is niet zo blij met de beestjes, ze eten teveel van zijn gras.
Op Dory's verjaardag gaan we de stad in. Ze krijgt een nieuw horloge zodat we weer bij de tijd zijn. We doen nog wat toeristische attracties en voor de laatste keer eten we bij Sue en Rod. Ze hebben ons gruwelijk verwend met Grolsch biertjes en ook nog een fles Baileys. Maar dan is het toch echt tijd om de trossen weer los te gooien en de weg zuidwaarts te vervolgen.
We gaan naar Southport aan de Gold Coast en om daar te komen moeten we een slingerende route volgen door allerlei binnenwateren. We zetten voor vertrek deze route in de GPS met wel zestig waypoints. Op een zeker moment maken we een bocht naar rechts en verbazen we ons over de enorme wolkenkrabbers aan de horizon. Southport blijkt een enorme stad te zijn waar vooral het luxe leven een rol speelt en geld geen enkele. We ankeren in een baai die bij zeilers erg favoriet is omdat je er niets hoeft te betalen, in deze dure omgeving een bijzonder fenomeen. Je mag er een hele week blijven liggen, gratis en voor niks. Enkele dagen lang mengen we ons tussen de rijken der aarde, grote jachten en jachthavens waar voor onze Happy geen plaats is omdat-ie te klein is. Helikopters met rondvluchten voor toeristen vliegen elke tien minuten over de baai, waterscooters gieren rond onze boot, het lawaai dat alle vakantiegangers hier maken is oorverdovend. Het zal wel goed zijn voor de economie, zullen we maar zeggen.
Clarence River
Een paar jaar geleden vonden we in Nieuw Zeeland een oud boek van Alan Lucas waarin hij beschrijft hoe mooi het is om de rivieren aan de oostkust van New South Wales in Australië te bezoeken. Eindelijk is het dan zover. Dory's wens om de Clarence River op te varen, de langste rivier die je in Australië met een zeilboot kunt bevaren, gaat eindelijk in vervulling. Gewapend met de net aangeschafte, laatste editie van het jaren oude boek verlaten we de herrie en zeilen richting Iluka aan de monding van de Clarence River.
Voor de ingang van de meeste rivieren aan de oostkust van Australië ligt een zogeheten bar, een zandbank waar je overheen moet. Van verschillende mensen hebben we al gehoord dat met een verkeerde stroming en de wind uit een bepaalde richting zo'n bar een gevaarlijk opstakel kan zijn. Zo goed als mogelijk plannen we het moment waarop we de bar oversteken en zonder problemen komen we in Iluka aan waar we wachten op mooi weer om de rivier verder op te varen. We bellen de brugwachter van de Harwood Bridge en regelen dat we om tien uur bij de brug zijn. Hans maakt een filmpje van hoe we onder de brug door varen. We volgen onze route met wederom vele waypoints tussen velden met suikerriet, afgewisseld met lieflijke natuur en kleine dorpjes.
Een paar keer zien we de dieptemeter naar onder de vijftig centimeter gaan, maar zonder de bodem te voelen komen we er doorheen. Nu liggen we in Grafton voor een dubbele brug die niet meer open kan. We bezoeken het stadje met langs de rivier veel oude gebouwen en verwonderen ons weer over de vele vogels. we zien een boom vol regenboogparkieten en horen op de boot soms vogels niezen of lachen.
We zakken de rivier weer af om een paar dagen in Maclean te verblijven. Dit Schots geaarde dorp heeft ons hart gestolen. Het is fraai gedecoreerd met mooie oude gebouwen, lantaarnpalen met veel vershillende Schotse ruiten en beschilderde etalageramen. We monteren onze nieuwe luiken en aan de openbare steiger toppen we onze water en voedselvoorraad op. Dan vertrekken we naar Port Stephens. De tocht duurt twee dagen en in de nachten zien we veel lichtjes aan de wal en het is er druk met veel grote schepen. Onze AIS piept voortdurend. We komen op het juiste moment aan om de bar over te steken en eenmaal in de binnenwateren van Port Stephens varen we door naar Fame Cove waar we in een volmaakt kalme baai een mooringbal oppakken.
Port Stephens
In het weekend ligt deze baai vol met Australische boten en zo ontmoeten we Irene en Douglas. Zij hebben een huis hier in de buurt en ze nodigen ons uit om daar ons anker te laten vallen en langs te komen voor een lunch. Voordat we op deze uitnodiging ingaan willen we eerst naar Kahrua. Zonder na te denken over getijden vertrekken we om de rivier op te varen en vlakbij Kahrua een mooring op te pakken. Als we onderweg onze dieptemeter 767 zien aangeven, wat betekent dat er nog nul centimeter onder kiel zit realiseren we ons dat we deze tocht met hoog water hadden moeten doen. Maar ook hier bereiken we weer zonder de grond te voelen een mooi plekje om ons anker te laten vallen, er was geen mooring beschikbaar. We hadden al gehoord dat er in dit gebied vaak 'storms' zijn, nu wordt duidelijk dat het om onweer gaat. Aan het eind van de middag begint het in de hemel flink te rommelen en het houdt aan tot midden in de nacht. 's Avonds staan we even op het dek en we zien driehonderdzestig graden om ons heen lichtflitsen alsof er honderden fotografen rond onze boot foto's aan het maken zijn. Nog nooit hebben we zo'n onweer gezien.
We wandelen nog wat rond in de buurt van Kahrua en lichten dan het anker om naar onze lunchafspraak te varen. We ontmoeten Irene en Douglas en zij geven ons een complete verwendag. Zwemmen in het zwembad, lunchen op het terras, een warme douche, onze was wordt gedaan en we doen boodschappen in een groot winkelcentrum. Nu kunnen we er weer even tegen. We blijven nog even in Port Stephens op verchillende ankerplekken om steeds weer te schuilen voor een andere windrichting. Als het weer eindelijk goed is om te vertrekken varen we naar Pittwater, even ten noorden van Sydney.